In 2020 bestond de Tanclub 100 jaar en dit hadden we graag willen vieren. Helaas was dit niet mogelijk vanwege de al om bekende reden. We hebben de festiviteiten rondom het jubileum opgeschoven naar 2021 waarbij de feestavond op 3 december en de jubileumshow op 4 december te Tiel de hoogtepunten moeten worden. Op dit moment zijn we een vereniging met ongeveer een 100 leden, een afname van 100 % bij een 20 jaar geleden. Mede daarom zijn we druk bezig mensen die een Tankonijn voor de liefhebberij hebben te betrekken bij onze club. Men heeft er dikwijls geen weet van hoe de kleindierensport wordt beoefend en wie weet zitten er toch potentiële fokkers bij.
De Tan is als mutatie uit wildkleurige konijnen in Engeland ontstaan, omstreeks 1860 en men noemde ze Black & Tan. Mr. Simpson veredelde deze dieren gedurende een achttal jaren en schreef hierover in 1891 in een pluimveeblad. Een andere lezing is dat het ras is ontstaan in de tweede helft van de 19e eeuw in Engeland. De eerste Tan was een toevalstreffer. Het Tankonijn met zijn zwarte dek en lichtgele buik kreeg de aandacht van vele konijnenliefhebbers, zij besloten zich op de kleur toe te leggen. De dieren kregen de naam, “Black and Tan”. De eerste Tankonijnen hadden een gele buik en een zwart rugdek. Het lichaam was geblokt. Door het inkruisen met Belgische Hazen om de tankleur te verbeteren werden de dieren langer en slanker. In de jaren negentig heeft de tankleur een nieuwe injectie gekregen door het inkruisen met de Engelse Tan.
Met dit artikel willen we fokkers, keurmeesters en liefhebbers van het Tankonijn op de hoogte brengen van de huidige situatie van de Tan in alle vijf de kleurslagen. Daarnaast de nieuwe standaardwijzigingen die vorig jaar zijn ingevoerd te bespreken en met foto’s en tekst de Tan te schetsen, zoals wij deze parel van de patroonrassen als Tanfokkers voor ogen hebben.
Het gewicht is positie 1 van de 7 posities die we kennen bij de Tan.
In de eerste Nederlandse standaard uit 1907 was het maximale gewicht ook 3 kg.
Dit zal een ieder wel verbazen omdat er in het verleden nog wel eens discussies zijn geweest over het ideale gewicht bij onze Tan. Dit wilde ik toch even melden omdat in 2020 de gewichten schaal van onze Tan is aangepast, richting de Europese Standaard en we nu ook het maximale gewicht van 3 kg hanteren. In onze standaard hebben we nu de gewichten voor de Tan van 2.0 kg tot 3.0 kg
Tussen het minimumgewicht en het maximale gewicht hebben we ook nog een ideaal gewicht. Dit gewicht is van 2.5kg tot 3.0kg. Dit ideale gewicht moet niet uit de lengte komen van het lichaam maar juist uit de breedte! De mooiste type dieren laten vaak een gewicht zien 2.7kg tot 2.9kg.
In de ruim 100 jaar dat onze Tan in de Nederlandere Standaard staat is er al aardig wat veranderd aan het type en de bouw van onze huidige Tan. In de beginjaren dat onze Tan erkend was zag men veel dieren die lang en smal waren. De Tan is in Engeland ontstaan, in die tijd hadden de dieren een gerekte bouw en lange, en smalle koppen, en beenwerk wat we hedendaags niet meer wensen bij een Tan. In de loop van de jaren zijn er vanuit Duitsland veel dieren geïmporteerd. Dit om vooral het type te verbeteren en om meer breedte in de schouders te krijgen. Dit experiment is dan ook wel gelukt ook al kom je dan tijdens de fokkerij weer dingen tegen die je weer niet wenst in je stam Tans. De huidige Tan zoals we hem nu kennen moet een gedrongen type laten zien en breed zijn in schouders en achterhand. Dit moet ook absoluut geen probleem zijn in onze Tan fokkerij, want er is kwaliteit genoeg onder de fokkers. We verlangen bij een Tan kort en stevig beenwerk, vooral het voetje is soms wat lang in loopvlak, dit kan gemiddeld nog wel wat beter.
Bij het juiste beenwerk zal de Tan ook in zijn natuurlijke stelling komen, zoals het graag zien. We verlangen een krachtige ontwikkelde kop met brede kaken en wangen en ook niet de vergeten een brede snuit. Lange en smalle en wat vlakachtige koppen passen niet meer op onze Tan! Op deze kop horen een paar oren die stevig van structuur zijn en breed en lepelvormig zijn afgerond. De structuur van de oren mag over het algemeen wel wat steviger! Ze worden V vormig gedragen. De oorlengte is ook aangepast in onze standaard. De oorlengte is nu van 7.5 tot 12cm en als ideaal 8 tot 10cm. Bij de ideale oorlengte is de marge wat groter en daar is dat gemillimeter gelijk mee gestopt. Het belangrijkste is, dat de oren in harmonie met het lichaam zijn!
De pels van een Tan valt onder een normaal harige pels. Doch ook de Wener valt onder een normaal harige pels en toch zijn deze twee rassen zeer verschillend in pels. Er waren in het verleden ook wel wat nodige problemen bij de pels van de Tan. Een van de problemen die we terug zagen komen bij jonge dieren waarvan de ouders uit Duitse bloedlijnen kwamen, was dat veel dieren een lange en wat grove pels hadden. Mede hierdoor verdween ook de glans van de pels. Vooral bij de kleurslag zwart kwamen (komen) deze pelsen voor. Dit was niet zoals de standaard de ideale pels omschreef voor onze Tan. Door strenge selectie van de fokkers zien we steeds vaker weer de pels terugkomen zoals we die bij de Tan verlangen. We willen op een Tan een pels van normale lengte en dat is ongeveer 3 cm. Tevens is de pels fijn van structuur met een normale hoeveelheid onderhaar. Als de pels geheel is door gehaard dan zal men een fraaie pels conditie zien met glans!
Het patroon is al een groot aantal jaren wat de aandacht heeft gehad, wij kunnen dan ook wel vaststellen dat dit door de jaren heen echt verbeterd is, als wij enkel al denken aan de smalle borsten in het verleden, en als wij deze dan nu bezien, dan is dat toch echt verbeterd, dat geldt overigens ook voor de overige onderdelen van het patroon.
Wel verdient er steeds de aandacht naar uit te gaan en scherp te blijven op de onderdelen van het patroon, want zeker de oogringen verdienen wel de aandacht, daar deze nog wel eens wat breder kunnen, belangrijk is dat het patroon goed omschreven wordt tijdens de beoordeling van de tan, want dan kan men ook als fokkers zich hier meer op richten.
De dekkleur bij zwart is glanzend diepzwart. De borst en de buik zijn egaal laaiend vurig tankleurig, Ze vormen een belangrijk onderdeel van de tan. de oogkleur is donkerbruin en de nagels zijn donkerhoornkleurig. Dit is de letterlijke tekst vanuit de standaard, dus helder en duidelijk.
Bij de zwarte kleurslag is de dekkleur over het algemeen zeer goed, de glanzende dekkleur krijgt men alleen als de pels van een fijne structuur is, want een wat grovere pels zal altijd minder, of in zijn geheel geen glans vertonen.
De bruine kleur behoort echt glanzend donkerbruin te zijn, bij deze kleur komt nog wel eens wat kleurverschil naar voren, ook ziet men wel dat deze kleur wat geschift is. een egale dekkleur moet altijd het streven zijn.
De blauwe kleur behoort glanzend donkerblauw te zijn, bij deze kleur is er ook wel enigszins wat verschil in de dekkleur, maar ook hier geldt dat deze kleur echt donkerblauw behoort te zijn.
De Fehkleur behoort donker Fehkleurig te zijn, overtrokken met een bruin waas, deze waas moet niet te sterk naar voren komen, belangrijk is dat de dekkleur zo egaal mogelijk is.
De gouwenaar kleur staat als dekkleur omschreven als vaal licht blauw, deze kleurslag heeft het moeilijk daar deze kleur echt te kampen heeft met een egale tankleur,
De vurige tankleur kan nog wel eens wat verschillen onderling, wel moet men rekening houden met de andere kleuren dan zwart, bij deze kleuren is de tankleur wat minder vurig, zeker bij de kleuren blauw/Feh en gouwenaar, is de tankleur wat minder vurig.
Bij de zwarte kleurslag, loopt het zwart zoveel mogelijk door naar de haarbasis. De grondkleur op de rug, triangel, borst, De laaiende vurige tankleur van de buik loopt tot de haarbasis door.
Bij de bruine kleurslag loopt het bruin zoveel mogelijk door naar de haarbasis. De grondkleur op rug, triangel, borst zijn blauw. De vurige tankleur van de buik loopt tot de haarbasis door.
Bij de blauwe kleurslag loopt het blauw zo ver mogelijk door naar de haarbasis. De grondkleur op de rug, triangel, borst, zijn van een iets lichtere nuance blauw. De tankleur van de buik loopt tot de haarbasis door.
Bij de Fehkleur is de tussenkleur net onder de dekkleur iets lichter, dan de hierop volgende kleur is grijsblauw, en niet scherp begrensd, deze grijsblauwe kleur loopt naar de haarbasis toe, hoe verder deze doorloopt hoe beter. De triangel, borst, hebben de zelfde grondkleur als op het dek.
Bij de gouwenaar is de tussenkleur iets donkerder van nuance dan de dekkleur en onscherp begrensd, de grondkleur op de rug, triangel, borst zijn grijsblauw en iets donkerder dan de tussenkleur. De tankleur van de buik loopt tot de haarbasis door.
Hier kunnen wij kort in zijn, als goed is weet iedere fokker wel wat er zo onder deze positie valt.
Mocht men na het lezen van dit artikel, meer info willen over onze prachtige Tan in 5 erkende kleurslagen, dan kan men contact opnemen met de secretaris Hannes van de Steeg.
Email: jvandesteeg@solcon.nl